Oosterschelde
De rijkdom van de Oosterschelde
De Oosterschelde, daar is het koud, donker ... dat is het vooroordeel van menig mensen. Zoals elke actieve duiker uit deze contreien kan beamen is dit vooroordeel compleet uit te lucht gegrepen. Je kan de Oosterschelde moeilijk vergelijken met de Rode Zee, maar het is zeker de moeite waard om hier je hoofd onder water te steken ! Er zijn zelfs duikers die na het afschuimen van de wereldwateren zeggen dat het nergens mooier is dan in de Oosterschelde. Wanneer we de Oosterschelde vergelijken met plaatsen als de Middellandse zee, Rode Zee, ... dan is haar schoonheid niet te danken aan de zichtbaarheid, die is soms beperkt tot enkele centimeters, ook niet aan de kleurenpracht, maar wel aan de enorme diversiteit aan fauna en flora die er te ontdekken valt. De Oosterschelde vormt een thuis voor meer dan 250 diersoorten ! De temperatuur schommelt doorheen het jaar van -2 tot +24 °C, wat ervoor zorgt dat er onderwaterseizoenen gevormt worden. Naargelang het jaargetijde vind je in de Oosterschelde verschillende dieren terug, dieren gaan zich ook verschillend gedragen naargelang het seizoen. Zo vind je enkel in mei-juli parende sepia's terug, een snotolf paart in april-mei ... Elk dier heeft zijn seizoen, samenhangend met de watertemperaturen. De Oosterschelde is voor vele dieren de broed- en kraamkamer voor het leven in de Noordzee. Dat is de reden waarom men de Oosterschelde tot Nationaal Park heeft uitgeroepen. Oosterschelde duikplaatsen zijn meestal onderhevig aan stroming, er wordt gedoken aan de hand van de
getijdentabellen om deze stroming zoveel mogelijk uit de weg te gaan. Toch dien je er rekening mee te houden op elk moment dat je hier duikt, het is dan ook geen goed idee om hier als beginneling zomaar het water in te stappen. Iedereen kan hier duiken, maar je eerste stappen zet je best onder begeleiding van meer ervaren oosterschelde-duikers, zo leer je omgaan met de specifieke kenmerken van deze wateren.
Fauna & Flora
Het water in de Oosterschelde biedt een thuishaven voor meer dan 250 diersoorten, denk maar aan zeebaars, harder, tong, bot, schar, tarbot, griet, paling, puitaal, botervis, grondel, lipvis, zeenaalden, zeepaardjes, zeedonderpadden, slijmvis, sepia, sepiola, snotolf, ... te veel om op te noemen. Het is een paradijs voor duikers ! Vooral ondiepe plaatsen zijn ook enorm rijk aan flora, denk maar aan de 142 verschillende soorten wieren, roodwieren, bruinwieren, groenwieren, ... Deze vormen op zich een biotoop voor een groot deel van het onderwaterleven. We kunnen een uitgebreide biologische kalender opstellen van welke soorten en welke verschijnselen er wanneer te zien zijn, maar dit zou ons op deze pagina iets te ver leiden.
De Oosterschelde wordt afgesloten van de Noordzee door een open kering sinds 1986, hierdoor wordt de getijdenstroming ingetoomd. Nog maar een kwart van de oorspronkelijke hoeveelheid water kan er doorheen. Deze beperktere getijdenstroom is positief voor duikers, hierdoor zijn er heel wat duikplaatsen beter toegankelijk geworden. Het heeft echter ook zijn weerslag op het onderwaterleven dat hierdoor een nieuwe evenwicht moest zoeken. Het verschil tussen hoog en laag water is vandaag afgenomen van 3,70 meter tot 3,25 meter. Je moet dus wel degelijk nog met deze
getijden rekening houden. Doodtij en Springtij. Tweemaal per maand is er doodtij en springtij. Dit heeft te maken met de stand van de maan. Doodtij betekent dat er een minimaal verschil is tussen hoog en laag water, springtij net het omgekeerde. Ook hiermee kan je rekening houden bij het opstellen van je duikplanning. Getijdentabellen worden opgesteld voor een bepaalde plaats. Naarmate met verder of dichter naar de stormvloedkering opschuift, valt de kentering (= het moment van hoog of laag water) vroeger of later. Afhankelijk van de plaats kunnen er dan ook correcties van toepassing zijn op de getijdentabel. Duikers baseren zich meestal op de tabellen van Wemeldinge of Stavenisse, deze gelden voor het grootste deel van de duikplaatsen te oosten van de Zeelandbrug.
Duikers en vissers
De grote biodiversiteit van de Oosterschelde trekt niet alleen duikers aan, ook vissers zijn hier zeer actief. Daarnaast zijn er ook heel wat mossel- en oesterkwekerijen actief in dit gebied. Waar denk je anders dat die Zeeuwsche Mosselen vandaan komen ! In 2001 werd er eindelijk een einde aan de oorlog tussen duikers en vissers gemaakt. Er werd een convenant afgesloten waarbij beide partijen overeenkomen elkaar te respecteren. Concreet houdt dit in dat er duikcorridors werden aangewezen, binnen deze corridors mogen vissers geen vistuig plaatsen. Verder moet uitstaand vistuig duidelijk gemarkeerd worden en mag je als duiker geen beschadigingen aan dit vistuig toebrengen. Wanneer je toch iets zou beschadigen, dan wordt er gevraagd dit ook te melden. Mossel- en oesterpercelen zijn in principe verboden duikgebied. Hier wordt met netten gesleept, wat voor duikers een reëel gevaar kan opleveren. Een belangrijke richtlijn die wij als duiker kunnen in acht nemen is : Ga niet te water op een plaats waar vissers aan het werk zijn ! Meestal zijn zij enkel actief op weekdagen en dus kunnen wij rustig duiken in het weekend.